18 mei 2022
Verhaaltje over Kootje
Kootje kijkt.
Je wist het nog niet, maar bij ons in de kerk, ergens onder het dak, op een plek waar niemand haar ziet, zit Kootje Zevenstippel. Je hoeft niet bang voor haar te zijn, want ze doet niks. Ze kijkt alleen maar.
Kootje kijkt naar beneden en ze ziet…….
Een dominee die voorin de kerk staat. De dominee heeft een witte jurk aan met een soort sjaal die naar beneden hangt. “Laten we bidden,” zegt hij.
Kootje schrikt. Gaan die mensen nu allemaal tegelijk bidden? Hardop? Dat wordt natuurlijk een groot kabaal! Kootje stopt snel haar vingers in haar oren zodat zij er geen last van heeft. Het lijkt haar voor God trouwens ook niet makkelijk, als iedereen tegelijk gaat bidden. Hoe kan Hij daar nou naar luisteren? Of zou Hij helpers hebben die het later aan hem doorgeven? Misschien wel engelen, of mensen in de hemel. Het kan ook nog zijn dat God honderd oren heeft, bedenkt Kootje. Of misschien wel duizend. Dan kan Hij al die gebeden in een keer horen. Ja, zoiets moet het haast wel zijn.
Kootje kijkt nog eens naar beneden. Het lijkt toch niet alsof al die mensen aan het praten zijn: ze zitten stil met hun ogen dicht. (behalve een meneer achteraan, die zit met zijn ogen open.) Voorzichtig doet Kootje een vinger uit haar oor en daarna de andere. Het is geen kabaal; alleen de dominee praat. Hij bidt voor plekken in de wereld waar het heel ellendig is. Dat vindt Kootje wel goed. Maar toch is het gek: de dominee zei echt ‘laten wij bidden’, en nu bidt hij alleen maar zelf. Of zou hij van tevoren aan alle mensen gevraagd hebben waar ze voor willen bidden, zodat hij dat allemaal kan zeggen? Vast niet. Dan zou het een veel te lang gebed worden. Misschien heeft hij wel een lijst gemaakt, bedenkt Kootje. Dan mochten de mensen stemmen en alleen de top drie wordt door de dominee genoemd.
En die meneer achteraan, die heeft natuurlijk op iets anders gestemd. Die denkt: ik ga mooi niet meedoen, als ze mijn gebed niet uitkiezen.
Kootje is blij dat ze het opgelost heeft. En hoewel ze niet meegestemd heeft voor het gebed, vouwt ze toch nog even haar pootjes. Voor de ellende in de wereld wil ze best meebidden.
“Ontferm U, Heer”, zegt de dominee aan het eind van het gebed. En daarna: “Amen”.
Kootje weet niet goed wat ontferm is. Maar toch fluistert ze heel zachtjes op haar plekje bovenin
de kerk: Amen.
Je wist het nog niet, maar bij ons in de kerk, ergens onder het dak, op een plek waar niemand haar ziet, zit Kootje Zevenstippel. Je hoeft niet bang voor haar te zijn, want ze doet niks. Ze kijkt alleen maar.
Kootje kijkt naar beneden en ze ziet…….
Een dominee die voorin de kerk staat. De dominee heeft een witte jurk aan met een soort sjaal die naar beneden hangt. “Laten we bidden,” zegt hij.
Kootje schrikt. Gaan die mensen nu allemaal tegelijk bidden? Hardop? Dat wordt natuurlijk een groot kabaal! Kootje stopt snel haar vingers in haar oren zodat zij er geen last van heeft. Het lijkt haar voor God trouwens ook niet makkelijk, als iedereen tegelijk gaat bidden. Hoe kan Hij daar nou naar luisteren? Of zou Hij helpers hebben die het later aan hem doorgeven? Misschien wel engelen, of mensen in de hemel. Het kan ook nog zijn dat God honderd oren heeft, bedenkt Kootje. Of misschien wel duizend. Dan kan Hij al die gebeden in een keer horen. Ja, zoiets moet het haast wel zijn.
Kootje kijkt nog eens naar beneden. Het lijkt toch niet alsof al die mensen aan het praten zijn: ze zitten stil met hun ogen dicht. (behalve een meneer achteraan, die zit met zijn ogen open.) Voorzichtig doet Kootje een vinger uit haar oor en daarna de andere. Het is geen kabaal; alleen de dominee praat. Hij bidt voor plekken in de wereld waar het heel ellendig is. Dat vindt Kootje wel goed. Maar toch is het gek: de dominee zei echt ‘laten wij bidden’, en nu bidt hij alleen maar zelf. Of zou hij van tevoren aan alle mensen gevraagd hebben waar ze voor willen bidden, zodat hij dat allemaal kan zeggen? Vast niet. Dan zou het een veel te lang gebed worden. Misschien heeft hij wel een lijst gemaakt, bedenkt Kootje. Dan mochten de mensen stemmen en alleen de top drie wordt door de dominee genoemd.
En die meneer achteraan, die heeft natuurlijk op iets anders gestemd. Die denkt: ik ga mooi niet meedoen, als ze mijn gebed niet uitkiezen.
Kootje is blij dat ze het opgelost heeft. En hoewel ze niet meegestemd heeft voor het gebed, vouwt ze toch nog even haar pootjes. Voor de ellende in de wereld wil ze best meebidden.
“Ontferm U, Heer”, zegt de dominee aan het eind van het gebed. En daarna: “Amen”.
Kootje weet niet goed wat ontferm is. Maar toch fluistert ze heel zachtjes op haar plekje bovenin
de kerk: Amen.
terug