07 dec 2025
Advent
We zijn de adventstijd binnen gegaan, een tijd van inkeer, en omkeer. In de hoop en de verwachting dat we straks met des te meer vreugde het licht van de wereld in de persoon van het Christuskind in onze levens kunnen ontvangen. Om ons op die weg naar binnen te begeleiden horen we in de adventstijd de beloften van God zoals de profeten ons hebben overgeleverd. Zo verkondigen ze ons dat er midden in de woestijn water te voorschijn zal komen, dat zwaarden tot ploegscharen zullen worden omgesmeed en dat de wolf en het lam, de panter en het bokje vreedzaam samen zullen wonen. Dat zijn geen vrome illusies waar de profeten ons mee in slaap willen sussen. Het zijn veelmeer dromen waarin we onze eigen mogelijkheden ontdekken. Het zijn Gods dromen over ons.
En wij dromen ons in de advent Gods dromen over ons in, om onze eigen mogelijkheden meer en meer toe te laten. Zo merken we waartoe we in staat zijn. Wanneer God komt, zal de woestijn in ons hart opbloeien, dan zal er midden in onze leegte en in onze dorheid een bron ontstaan en ons levend maken. Of, zoals dat andere beeld uit de profeten dat we dezer dagen steeds weer gebruiken, het zegt: er zal dauw uit de hemel neerdalen en de aarde bevruchten. De wolken zullen regen geven over de rechtvaardigen opdat er nieuw leven ontkiemt, opdat onze wereld weer bewoonbaar wordt.
De bloeiende woestijn en de bevruchtende dauw waren voor Israël beelden waarmee het komen van God wordt beschreven. In onze streken zijn duisternis en kou meer de symbolen geworden van onze wereld die wacht op de komst van God. In de duisternis kunnen we ons niet meer oriënteren, voelen we ons hulpeloos, alleen gelaten. We vinden de weg naar huis niet. In de duisternis klampen we ons vast aan de mensen in de buurt om niet in een gat te vallen.
Daarom is het een bevrijdende boodschap die Jesaja ons toeroept: Het volk dat ronddwaalt in het donker, ziet een helder licht (vergelijk Jesaja 9,1). Dit woord kan onze angst kalmeren, licht brengen in onze duisternis. En ons verlangen wakker roepen om het licht waarnaar wij uitzien in de komst van het weerloze Christuskind te ontvangen met blijdschap en vreugde.
Ik wens jullie allemaal graag een goede adventstijd en straks een gezegend en feestelijk kerstfeest.
Ds. Dirk Neven
En wij dromen ons in de advent Gods dromen over ons in, om onze eigen mogelijkheden meer en meer toe te laten. Zo merken we waartoe we in staat zijn. Wanneer God komt, zal de woestijn in ons hart opbloeien, dan zal er midden in onze leegte en in onze dorheid een bron ontstaan en ons levend maken. Of, zoals dat andere beeld uit de profeten dat we dezer dagen steeds weer gebruiken, het zegt: er zal dauw uit de hemel neerdalen en de aarde bevruchten. De wolken zullen regen geven over de rechtvaardigen opdat er nieuw leven ontkiemt, opdat onze wereld weer bewoonbaar wordt.
De bloeiende woestijn en de bevruchtende dauw waren voor Israël beelden waarmee het komen van God wordt beschreven. In onze streken zijn duisternis en kou meer de symbolen geworden van onze wereld die wacht op de komst van God. In de duisternis kunnen we ons niet meer oriënteren, voelen we ons hulpeloos, alleen gelaten. We vinden de weg naar huis niet. In de duisternis klampen we ons vast aan de mensen in de buurt om niet in een gat te vallen.
Daarom is het een bevrijdende boodschap die Jesaja ons toeroept: Het volk dat ronddwaalt in het donker, ziet een helder licht (vergelijk Jesaja 9,1). Dit woord kan onze angst kalmeren, licht brengen in onze duisternis. En ons verlangen wakker roepen om het licht waarnaar wij uitzien in de komst van het weerloze Christuskind te ontvangen met blijdschap en vreugde.
Ik wens jullie allemaal graag een goede adventstijd en straks een gezegend en feestelijk kerstfeest.
Ds. Dirk Neven
terug